HET INCLUSIEVE PARK

 

Bestaat er één passende openbare ruimte voor ons allemaal?

 

In Nederland hebben ruim 1,7 miljoen kinderen en volwassenen een matige of ernstige beperking. Dat is twaalf procent van de Nederlandse bevolking. Mensen met een beperking kunnen niet altijd volledig meedoen in de samenleving. Voortbewegen in d openbare ruimte is bijvoorbeeld voor hen niet altijd vanzelfsprekend. 

 

 

Samen met Wouter Corvers, initiatiefnemer, hebben wij in het vooronderzoek van Het Inclusieve Park met 19 Bosschenaren ( experts ) individueel de binnenstad van 's-Hertogenbosch verkend. Met tekst (Wouter) en beeld (Evita) zijn de prettigste en meest vervelendste plekjes van de stad gedocumenteerd. De onderzoeksvraag in het vooronderzoek luidde: 'Pas jij je wel eens aan tijdens je verblijf in de openbare ruimte?' 

 

OPDRACHT: Wouter Corvers / Studio Corvers

TOEPASSING: website, flyers, verantwoording naar gemeente en publicatie.

 

www.hetinclusievepark.nl 

 

 

 

 

 

BEN

 

Ben is blind en enorm leergierig. Hij kent bijna iedere straatnaam en thuis zoekt hij middels reliëfkaarten op waar hij heeft gewandeld. Natuurlijk gidslijnen als bosjes, gevels en gras zijn noodzakelijk voor hem. Een plein oversteken doet hij nooit, het is dan te moeilijk om je te oriënteren. Ben vindt de omgeving Oosterplas heerlijk om zelfstandig te wandelen. Ook het geluid van vogels en ruisende bomen vindt hij heerlijk. Hij volgt het pad met zijn stok want altijd aan het handje is ook niet alles! 


 

 

 

 

WIM

 

Wim is 2.06 meter lang en loopt weleens tegen bijzondere situaties aan: lage verkeersborden, krappe draaipoortjes en plafondleidingen in fietsenkelders. 'Gelukkig zijn er ook zoveel voordelen als nadelen aan lang zijn. Ik ben fotograaf en duik regelmatig verschillende werelden in. Door mijn lengte kijk ik moeiteloos over schuttingen, heerlijk toch zo'n inkijkje in iemands tuin?!' 


 

 

STIJN

 

Stijn heeft een spierziekte en zit in een rolstoel maar dat weerhoudt hem bijna nergens van. 'Soms zijn er van die momenten dat ik gewoon echt iets wil, dan doe ik het gewoon!' Hij trouwde in 2012 op het stadhuis. 'Toen we daar aankwamen met een stoet moest ik met mijn rolstoel omrijden en via de achterkant naar binnen.' Tijdens ons blokje om gaat Stijn op de trap van het stadhuis zitten en klimt zittend mét de rolstoel in de hand omhoog. Na een enkele minuut is hij boven met rolstoel en al. 'Als situaties zich niet aanpassen dan pas ik me aan.' Over het algemeen is hij positief over de toegankelijkheid van de stad, al zou hij enorm blij zijn met een rolstoeltoegaokelijke route langs het water. 


 

 

 

PAUL

 

 

Paul heeft last van externe prikkels; 'Stilstaand water in de stad geeft me rust, een fontein duidelijk niet. Kleuren, geluid en teksten zijn moeilijk voor me. Ik kom het liefste bij de Aldi of Lidl voor mijn boodschappen, daar heb ik weinig keus wat voor mij rustig winkelen betekend. Ik ben heel snel afgeleid en mijn geheugen is niet goed. Ik kan niet verwachten dat de wereld zich aan mij aanpast. Zodra ik in een cafe kom, zoek ik vaak een plekje tegen de muur, dan heb ik overzicht en kan ik geluiden direct herleiden, dat voelt prettig. Het klinkt gek, maar het tikken van stoplichten hoor ik goed, toch vind ik die niet vervelend. Ik respecteer de blinden namelijk.' 


 

 

 

SAGHAR

 

Saghar is doof geboren en beschouwt de groeiende groep mensen met oordopjes in ook als doof of slechthorend. Een tijd geleden reed de stadsbus haar bijna aan. ' De bus draaide bijna twee meter over de stoep en ik hoorde hem niet aankomen. De chauffeur ging ervan uit dat ik zou reageren op het geluid. In New York worden mensen op metrostations al met lichtstrips in de grond gewaarschuwd voor aankomende metro's. Mensen die communiceren met gebarentaal kijken naar elkaar en niet naar het stoplicht. Dit geldt ook voor mensen die op hun telefoon kijken. Lichtsignalen in de grond zouden in deze situaties een oplossing zijn', vindt Saghar.